A.1 Filmtermen
Voordat je een film gaat bekijken, ga je op zoek naar de betekenis van de volgende filmtermen:
- scenario, script, storyboard trailer
- flash-back
- perspectief (Zoek ook op welke verschillende mogelijkheden er zijn.)
- long shot, medium shot, close up
A.2 Samenvatting
Maak een samenvatting van de film in je eigen woorden. Vertel daarbij iets over:
- de hoofdpersoon/hoofdpersonen,
- hoe het verhaal begint en eindigt,
- waar en in welke tijd het verhaal zich afspeelt,
- welke bedoeling de schrijver met het verhaal heeft,
- of het verhaal chronologisch of niet chronologisch is (geef argumenten).
A.3 Waardering en eigen mening
Ga na of de film een succes was (aantal bezoekers, prijzen, vertoningen in andere landen).
Vertel wat je zelf van de film vond (wat heeft de meeste indruk op je gemaakt?) en geef argumenten voor je mening. Denk hierbij ook aan typische filmzaken: de acteurs, de manier waarop er is gefilmd, de beelden en de muziek.
- Typ ook je aantekeningen over die je tijdens de film hebt gemaakt.
- Je tekent de hoofdpersoon en eromheen schrijf je steekwoorden die allemaal op hem betrekking hebben. Het doel is om ervoor te zorgen dat het publiek een beeld krijgt van de hoofdpersoon en daardoor geïnteresseerd raakt om zijn verhaal te bekijken.